Übersetzt mit Google Translate. Originaltext anzeigen .
- Margje Herblot werd in 1908 geboren in Amsterdam. Zij werkte onder de naam Margje Toonder, naar haar tweede echtgenoot de schrijver Jan Gerhard Toonder, broer van Marten Toonder, de geestelijke vader van Ollie B. Bommel. Zij begon haar carrière als auteur van enkele humoristische romans, novellen, reisgidsen en vele reisverhalen in dag- week- en maandbladen. Vanaf haar 19de jaar reisde zij over de hele wereld en verbleef langdurig in een groot aantal landen.
- In het tijdschrift Elegance had Margje twee vaste rubrieken 'Margje 's Momenten' en 'Margje 's (korte) Memorie'. Andere tijdschriften waarin zij publiceerde waren De Auto, Televizier en Goede Reis
- Het eerste deel van een trilogie 'Hoe het zit' verscheen in 1942 onder de titel 'De wind waait weg' en beschrijft een vrouw die zich met humor door de benarde oorlogsomstandigheden heenslaat. Het tweede deel 'De wolken branden' verscheen in 1947. De omslagtekening van beide boeken was gemaakt door Marten Toonder, de binnen illustraties door Margje zelf (1).
- In 1953 kwam het tot een echtscheiding tussen Jan Gerhard Toonder en Margje. Het jaar daarvoor had Margje in het Stedelijk Museum de cartoonist Wim de Mooij van Wieringen ontmoet en tussen hen was een liefdesrelatie ontstaan. Van Wieringen had op dat moment de Toonder studio's, waar hij als tekenaar van onder meer de strip Simpelman werkzaam was geweest, al verlaten. Zijn carrière als cartoonist was hij begonnen toen hij na de oorlog politieke tekeningen ging maken voor het links-socialistische blad De Vlam. Later volgden De Groene Amsterdammer, het Vrije Volk en Het Parool. In de jaren '60 was hij politiek cartoonist voor De Telegraaf. Wim was bovendien illustrator, auteur en fotograaf. Margje en Wim reisden samen de aardbol af, Wim publiceerde foto’s bij de reisreportages.
- In 1956 betrokken ze een villa in Santa Margherita Ligure bij Genua om daar de komende twee decennia vier maanden per jaar te verblijven. Hun tweede adres was een grachtenhuis in Amsterdam, het derde deel van het jaar waren ze op reis.
In 1966 nam Margje ‘s leven een andere wending. Nadat ze het paletmes en de verf had opgepakt die na het bezoek van een Marokkaanse prins in Santa Margherita waren achtergelaten, begon ze te schilderen en was niet meer te stoppen. In dertien dagen kwamen dertien schilderijen tot stand. Terug in Amsterdam ging ze dag en nacht door en produceerde zeventig schilderijen in zeventig dagen. Haar gereedschappen waren het paletmes en haar vingers, een penseel heeft ze nooit gebruikt. Toen vrienden haar aanmoedigden te exposeren, reageerde ze terughoudend, maar na haar eerste expositie in Galerie Mokum was het hek van de dam. Van de daarop volgende reis naar Amerika kwam ze terug met een indrukwekkende lijst aangekondigde tentoonstellingen in onder andere Los Angeles, New York, San Francisco en in Mexico.
Over de jaren vonden haar schilderijen gretig aftrek en won ze diverse prijzen, toch bleef ze schrijven en reizen, omdat het haar in de genen zat.
In 1973 verlieten Margje en Wim de villa in Italië. In 1983 vertrokken ze voor een verblijf van drie maanden naar New York, waar Van Wieringen tekeningen maakte voor het blad Jewish Week. Margje stierf in 1991 in Amsterdam. Wim overleed in 1999, eveneens in Amsterdam.