De kunstenaar Wim Bos woonde en werkte o.a. in Rotterdam, Brussel, Antwerpen en Parijs.
In 1924 keerde hij weer terug in Rotterdam. Bos vormde zich zelf. In Rotterdam werd hij niet alleen door de laad- en losactiviteiten in de havens en door het scheepvaartverkeer geïnspireerd; ook het werk van bekende Rotterdamse schilders als Van Mastenbroek, Evert Moll en Marinus Drulman stimuleerde hem om de havenactiviteiten veelvuldig tot onderwerp van zijn schilderijen te kiezen.
Wim Bos ontwikkelde hierbij een eigen impressionistische stijl, die dicht tegen die van Marinus de Jongere aanlag. Hij schilderde, tekende en aquarelleerde naast havengezichten ook plasgezichten. Zijn havengezichten ademen die typische sfeer van de vooroorlogse haven, met kolenstook, gillende stoomfluiten, rammelende ankerkettingen in het kluisgat, en piepende en krakende kranen en laadbomen. Deze emotie bracht Wim Bos over op zijn olieverfschilderijen.