Type of artwork | Prints (signed) |
Year | 1993 |
Technique | Silkscreen |
Support | Paper |
Style | Modern |
Subject | Abstract |
Framed | Not framed |
Dimensions | 44 x 44 cm (h x w) |
Signed | Hand signed |
Boek van en door Simon Vinkenoog . Titel: Louter Genieten. Mijmeringen, gedichten, teksten, filosofietjes en bespiegelingen met reproducties van zijn werk. Oplage: 6/55. Het voorblad is gesigneerd, en gedateerd (1993) door Vinkenoog. De authenticiteit van het aangeboden werk wordt volledig gegarandeerd. Een certificaat van echtheid kan, op aanvraag, worden gemaild.
Verzenden/ophalen: Bij aankoop kan het werk worden opgehaald in 's-Gravenzande ( vlakbij Den Haag(Scheveningen), Rotterdam en Delft en 5 minuten van het strand). De termijn voor het ophalen , bij vooruitbetaling, is zeer ruim, m.a.w. de koper kan het werk weken of zelfs maanden later ophalen en het zo mogelijk combineren met een bezoek aan één van de bovengenoemde steden of het strand. Het werk kan ook worden verstuurd via Postnl. Onze verzenddagen zijn dinsdag en donderdag. Robert Egbert Gerardus (Rob) Scholte (Amsterdam, 1 juni 1958) is een Nederlands kunstenaar. Leven en werk tot 1994 In zijn jeugdjaren woonde Scholte in Castricum, Doorn, Heiloo en Egmond aan den Hoef. Op zijn 17e verliet hij via het zolderraam zijn ouderlijk huis.[1] Van 1977 tot 1982 studeerde hij aan de Gerrit Rietveld Academie. Daarna maakte hij onder meer deel uit van het kunstenaarscollectief W139, waar hij met Sandra Derks in 1982 debuteerde met het 'meesterwerk' Rom 87 (nu in de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, in bruikleen aan Museum Boijmans Van Beuningen), een reeks in vrije stijl geschilderde variaties op een boek kinder-kleurplaten. Deze stijl zou hij vervangen door minutieus geschilderde werken die hij begon te exposeren in 1984 in de pas opgerichte galerie The Living Room te Amsterdam. In 1986 wekte hij opschudding met het schilderij, Utopia (Museum Boijmans Van Beuningen), waarin Manet's Olympia werd geciteerd. Hij had Olympia en haar dienares echter vervangen door houten poppen. Dit idee bleek hij niet zelf te hebben verzonnen, maar ontleend te hebben aan een obscure, toevallig gevonden, ansichtkaart. Scholte reageerde door het krantenartikel, waarin hij werd beschuldigd van plagiaat, na te schilderen, een letterlijk citaat van een halve krantenpagina.[2] Met How to Star, een solotentoonstelling in Boijmans Van Beuningen, schilderijen uit 1983-1988, ontving Scholte zowel lof als kritiek. Werken van Scholte waren in 1987 te zien op de documenta en in 1990 mocht hij het Nederlandse paviljoen inrichten op de Biënnale van Venetië. In 1991 ontmoette hij Micky Hoogendijk met wie hij een relatie begon. Hij maakte haar directeur van zijn bv en op 31 mei 1994 traden zij in het huwelijk in housetempel de RoXY. Eveneens in 1991 haalde de Rob Scholte BV de opdracht binnen voor een 1200 vierkante meter grote wand- en plafondschildering op het Huis Ten Bosch Resort in Nagasaki, Japan. Scholte werkte met een groot aantal assistenten aan de schildering met als titel Après nous le déluge, over de voortdurende herhaling van oorlog in de geschiedenis. De opening ervan zou plaatsvinden op 9 augustus 1995, samenvallend met de 50-jarige herdenking van de atoombom op Nagasaki, maar moest worden uitgesteld wegens een aanslag op Scholte. Van 1993 tot 1999 was Scholte docent aan de kunstacademie van Kassel. Bomaanslag Op 24 november 1994 stapten Scholte en Hoogendijk bij de Laurierstraat in Amsterdam in zijn donkerblauwe BMW 525i. Kort nadat hij was weggereden, ontplofte een handgranaat onder de auto. Scholte raakte zwaargewond. Zijn beide benen moesten boven de knie worden geamputeerd. Hoogendijk, die van Scholte in verwachting was, kreeg een miskraam. De dader van de aanslag is nooit gevonden. Een van de theorieën was dat de aanslag was bedoeld voor de advocaat Oscar Hammerstein, maar dat de dader zich in de auto had vergist. Hammerstein reed in eenzelfde type BMW, van dezelfde kleur, en met bijna hetzelfde nummerbord, die in de buurt stond. Scholte zelf beschuldigde aanvankelijk een collega-kunstenaar, de aan de zelfkant levende fotograaf Paul Blanca. Later kreeg de dichter Koos Dalstra de schuld. Dalstra begon een smaadzaak tegen Scholte en won deze tot de Hoge Raad aan toe. Andere theorieën houden verband met het schimmige milieu van kunstenaars, cocaïnedealers en witwaspraktijken waarin Scholte zich indertijd zou hebben bewogen (door Joost Zwagerman beschreven in zijn roman Gimmick!) en komen erop neer dat de aanslag een afstraffing zou zijn geweest voor gokschulden, cocaïneschulden of niet nagekomen verplichtingen. In 2019 verklaarde Scholte in een interview te weten wie de daders waren. Begin februari 1995 richtte Scholte een Comité van Waakzaamheid op, naar het Comité van Waakzaamheid dat Menno ter Braak en E. du Perron in de jaren dertig oprichtten tegen het opkomend nationaalsocialisme. Het idee was Scholte aan de hand gedaan door Felix Rottenberg. Dit comité zou een politieke beweging moeten worden, maar het initiatief stierf een stille dood. Scholte vertrok datzelfde jaar weer naar Japan, ter voltooiing van de muurschildering Après nous le déluge. Vervolgens verhuisde hij naar Tenerife. Hoogendijk en Scholte gingen in 1997 uit elkaar. Scholte hertrouwde later en woont met zijn vrouw en twee kinderen sinds 2003 weer in Nederland. In 2021 woont hij bij zijn moeder, weer in de kamer waar hij op zijn 17e uit wegliep. Hij is nog samen met zijn vrouw. Museum Rob Scholte Museum, Den Helder Rob Scholte Museum vlak voor de sluiting, 2018 In 2013 werd met beperkte middelen een aan hem gewijd museum geopend in het voormalige Hoofdpostkantoor in Den Helder, een ontwerp van architect Jo Kruger uit 1967. Het museum werd aanvankelijk als een aanwinst voor Den Helder beschouwd,[5] maar na enkele jaren eiste de gemeente het gebouw terug om het te kunnen verkopen. In oktober 2017 bepaalde de rechter in een kort geding dat het museum voorlopig kon blijven bestaan. In april 2018 werd het museum na uitspraak in hoger beroep echter ontruimd. Daarna bepaalde de Rechtbank Alkmaar in september 2018 in een bodemprocedure dat Scholte het pand niet in bruikleen had, maar een huurovereenkomst had met de gemeente. Dat zou kunnen inhouden dat de ontruiming onrechtmatig was geweest. Een jaar later, op 18 september 2019, bepaalde de Alkmaarse rechtbank echter dat de gemeente rechtmatig had gehandeld, dat Scholte geen huurovereenkomst maar een gebruiksovereenkomst had en derhalve een bedrag van enkele tonnen aan de gemeente schuldig was voor ontruimings- en opslagkosten en gas, water en licht. De gemeente legde beslag op de collectie van Scholte om deze laten veilen. Een kortgedingrechter hield dit tegen. Uiteindelijk mocht de collectie alsnog worden geveild. Werkwijze Scholte is een beeldenmaker. Hij ordent en plaatst beelden – uit de massamedia, uit zijn eigen omvangrijke archief – in een nieuwe context, waarmee hij die beelden van een nieuwe betekenis voorziet. Vaak vindt men in zijn werken tegenstrijdigheden en tegenstellingen die in hun nieuwe context 'overwonnen' worden. De minutieus geschilderde werken van zijn hand worden doorgaans geproduceerd door assistenten en door hem zelf gesigneerd. Daarmee volgt hij een 17e-eeuwse methode van werken. Zijn werkwijze is illustratief voor het postmodernisme en legt de nadruk op de permanente toestroom van beelden die ons omringen, vormen en kneden. Thematisch zijn steeds de media, hij haalt er inspiratie uit, geeft kritiek op de manipulatie ervan en trad zelf ook op als 'mediapersoonlijkheid'
Het werk kan ook worden opgehaald in 's-Gravenzande ( vlakbij Den Haag (Scheveningen), Rotterdam en Delft en 5 minuten van het strand). De termijn voor het ophalen, bij vooruitbetaling, is zeer ruim. M.a.w. de koper kan het werk weken of zelfs maanden later ophalen en het zo mogelijk combineren met een bezoek aan één van de bovengenoemde steden of het strand. Het werk kan ook worden verstuurd via Postnl. Onze verzenddagen zijn dinsdag en donderdag.
Simon Vinkenoog (Amsterdam, 18 juli 1928 – aldaar, 12 juli 2009) was een Nederlands schrijver, dichter en voordrachtskunstenaar.
Jonge jaren
Vinkenoog werd op 18 juli 1928 om 9:10 uur geboren als enig kind van Hendrik Albertus Vinkenoog en Anna van Meel. Na de scheiding van zijn ouders in 1937 groeide hij op bij zijn moeder in de Amsterdamse wijk De Pijp.
In 1944 behaalde hij zijn Mulo-diploma en trad hij in dienst van uitgeverij Querido. Hij verwekte een kind, trouwde en trok in bij zijn schoonmoeder. Binnen een half jaar liep de relatie stuk en verhuisde Vinkenoog terug naar het huis van zijn moeder. In 1948 ging hij met zijn aanstaande tweede vrouw, de acht jaar oudere Judith, naar Parijs waar hij ging werken voor UNESCO, als medewerker op de afdeling boeken en publicaties.
Vijftigers
Op 21-jarige leeftijd begon hij het Nederlandse literaire blad Blurb. De titel verklaarde hij als volgt: "Wij geloven niet meer in het vinden van scabreuze woorden in nog niet bestaande woordenboeken en wij hebben dus gekozen: blurb. Waarvan één betekenis gebrabbel is". Over zijn uitgangspunten schreef hij: "Onze mogelijkheden zijn nog ongelimiteerd, al moeten wij ons verdedigen tegen uiterst links en uiterst rechts en nochtans het gevaarlijke midden mijden".
In de periode 1950-'51 verschenen van dit blad acht nummers, gestencild en in kleine oplage. Tot nr. 4 gaf Vinkenoog het tijdschrift vanuit Parijs als eenmanspublicatie uit. Daarna werkten andere experimentele schrijvers mee, zoals Hans Andreus, Armando, Hugo Claus, Lucebert en Paul Rodenko. Ook werd werk van Jan Hanlo en W.F. Hermans in het blad gepubliceerd, evenals poëzie van de in 1950 jong gestorven Hans Lodeizen.
Op 1 juni 1951 verscheen het achtste en laatste nummer met de woorden: "Laten we het mooi houden, er vooral geen literatuur van maken". Samen met Braak luidde Blurb het tijdperk van de Vijftigers in. In 1951 publiceerde Vinkenoog de roemruchte bloemlezing Atonaal, die geldt als het eerste publieke manifest van de Vijftigers, die zich atonale dichters noemden.
In 1950 debuteerde hij als dichter met Wondkoorts in de poëziereeks De Windroos.
Latere leven
Simon Vinkenoog (1966)
Vinkenoog bij de uitgave van Vinkenoog Verzameld in Hotel de Goudfazant op 12 oktober 2008.
In de loop der jaren ontwikkelde hij zich steeds meer als een performer die in talloze optredens een grote bijdrage leverde aan de belangstelling voor de poëzie. Door de intensiteit en het enthousiasme waarmee hij sprak over onderwerpen als seks, drugs en rock-'n-roll, werd hij een verpersoonlijking van de hippiegeneratie, wat hij tot het eind toe gebleven is.
Op 28 februari 1966 organiseerde Vinkenoog "Poëzie in Carré", een manifestatie waaraan een groot aantal Nederlandse dichters deelnam en waar aan hem verwante geesten als Jules Deelder en Johnny the Selfkicker doorbraken als dichter en performer.
Vinkenoog deed veel ervaring op met hallucinogene middelen, nadat hij in 1959 onder medisch toezicht voor onderzoek enige malen lsd had ingenomen. Oprichter Ted Klautz van het esoterische tijdschrift Bres vroeg hem in 1968 om een artikel over lsd. Tot 2004 volgde een lange reeks bijdragen in de rubriek Wereld in beweging.
In 1969 schreef Simon Vinkenoog samen met Boudewijn de Groot de tekst voor de single Captain Decker en de B-kant Steps into space van De Groots Engelstalige groep The Tower. Dit nummer werd in gewijzigde vorm, met de stem van Vinkenoog die de (Engelstalige) tekst voordraagt, in 1994 heruitgebracht door de Nederlandse band Shine van Richard Janssen. In 1993 werd de eerste Johnny van Doornprijs aan hem toegekend.
In de jaren 60 en 70 werd Simon Vinkenoog mede door zijn optredens op "lezeravonden" ook een populaire auteur onder scholieren die boeken van hem lazen voor hun verplichte boekenlijst en graag met hem correspondeerden over zijn werk. Omdat het reageren op fanmail nogal tijdrovend kon zijn, bedacht hij de tactvolle reactie dergelijke briefschrijvers dan maar met elkaar in contact over zijn werk te brengen.
Begin 2006 had hij samen met de eenmansband Spinvis een nieuw project, waarbij Vinkenoog gedichten voorlas. Hiervan is een cd verschenen, genaamd Ja! (waarop wederom een versie van Captain Decker uit 1969 is uitgebracht, nu onder de titel Flying Dutchman). In juli 2008 verscheen de opvolger, Ritmebox.
Eden was de naam van zijn tuinhuis op het volkstuinenpark Buitenzorg in Amsterdam-Noord. Simon Vinkenoog en Edith woonden er jaarlijks vanaf het voorjaar tot in oktober. Op het park was hij altijd aanwezig bij de opening van tentoonstellingen en speelde mee met de bingo in de kantine.
Overlijden
Vanwege problemen met de bloedvaten en ondraaglijke pijn werd op 19 juni 2009 in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam-Oost het rechteronderbeen van Vinkenoog geamputeerd. Hoewel artsen hem vanwege zijn leeftijd niet in staat achtten tot revalidatie met een prothese en hem voorbereidden op een rolstoel en op opname in een verpleeghuis, was Vinkenoog vastbesloten weer te kunnen lopen met een kunstbeen. Hij herstelde aanvankelijk goed en hoopte "met Edith aan mijn zijde bij mooi weer mijn 81ste verjaardag [...] in het tuinpark [te] vieren met enkele uitverkoren vrienden en verwanten", maar op 10 juli 2009 kreeg hij in het Revalidatiecentrum Amsterdam (tegenwoordig Reade) aan de Overtoom een hersenbloeding en raakte in coma. Vrijwel direct was duidelijk dat de situatie uitzichtloos was. Door een grote hoeveelheid bloed in de hersenen waren alle functies, behalve hartslag en ademhaling, uitgevallen. Vinkenoog overleed op 12 juli 2009 om 1:40 uur in het VU medisch centrum in Amsterdam.
Hij werd op 18 juli 2009 (die zijn 81e verjaardag had zullen zijn) begraven op de Begraafplaats Sint Barbara in Amsterdam-West. Op deze begraafplaats is hij vijf maal "dichter van dienst" geweest bij de uitvaart van eenzame overledenen. Vooraf werd zijn kist rondgedragen over het volkstuinenpark Buitenzorg in Amsterdam-Noord. Na de uitvaart werd in het kunstenaarsdorp Ruigoord een vreugdevuur ontstoken. Vinkenoog had eerder de wens uitgesproken hier verbrand te worden om zo van de wereld te verdwijnen.
Persoonlijk
Vinkenoog trad zesmaal in het huwelijk, achtereenvolgens: in 1946 met Jenny Lefevere (1927-), in 1950 met Judic Cohen (1920-2011), in 1958 met Ilse (Niesje) Monsanto (1937-1989), in 1964 met Reineke van der Linden (1943-2016), in de jaren 70/80 met Barbara (Maria) Mohr (1937-) en in 1989 met Edith Ringnalda (1954-). Zijn laatste huwelijk werd op 1 september 1989 gesloten door de Amsterdamse burgemeester Ed van Thijn. Met Ringnalda was Vinkenoog samen tot zijn overlijden in 2009.
Hij had vier kinderen:
zoon Robert (1947, moeder Jenny Lefevere)
zoon Alexander (1961, moeder Ilse Monsanto)
dochter Anna-Sunya (1973, moeder Barbara Mohr)
zoon Arthur (1978, moeder Barbara Mohr)
Via Barbara Mohr was hij vader van twee stiefdochters, geboren in haar eerdere huwelijk met provoactivist Bart Huges.
Werk
Condition | |||||||||
Condition | Very good | ||||||||
Shipment | |||||||||
Pick up | The work can be picked up on location. As a buyer you must bring your own packaging materials. The location is: 's-gravenzande, The Netherlands | ||||||||
Shipment | Parcel post | ||||||||
Price | Up to 10 kg.
| ||||||||
Extra | In case of a purchase price above € 500.- you will have to pay an additional fee of (maximum) € 7.50 for extra shipping insurance | ||||||||
Guarantee | |||||||||
Guarantee | By putting the item up for auction, I agree with the Terms of Guarantee as they are applicable at Kunstveiling regarding the accuracy of the description of the item |
The seller takes full responsibility for this item. Artpeers only provides the platform to facilitate this transaction, which has to be settled directly with the seller. More information .